Geschiedenis van andere attributen
Petten
Visuele presentatie is voor een orkest niet onbelangrijk, maar komt in de prioriteitenlijst na goede muziekinstrumenten en bladmuziek. Bij een klein, beginnend orkest als Crescendo met een krappe kas is aanschaf van uniformen een utopie. Wel werd in een van de eerste bestuursvergaderingen de aanschaf van uniforme petten of insignes geopperd. De geoffreerde stuksprijs van f 2,50 werd echter te hoog geacht. Pas in 1925 werd – dankzij een financiële bijdrage van geestelijk adviseur kapelaan Busch – onder groot enthousiasme besloten tot aanschaf van (witte) petten. Getuige de foto’s uit die tijd hadden deze in al hun bescheidenheid een duidelijk positieve uitstraling van het orkest. Het zou overigens tot 1970 duren totdat op initiatief van voorzitter Joop Verheij werd overgegaan op uniforme kleding: zwarte broeken en rode jasjes.
Tamboerstokken
Op aandringen van de R.K. Jeugdbeweging startte Crescendo in 1951 een eigen tamboercorps. Daarbij hoorde de aanschaf van onder meer trommels, signaalhoorns en pijperfluitjes. Een hele uitgaaf die de financiële draagkracht van Crescendo eigenlijk te boven ging maar een succesvolle loterij en een georganiseerde bazaar brachten uitkomst. Tijdens de bazaar trad voor het eerst ook de Boerenkapel op. Deze kapel droeg vele jaren in aanzienlijke mate bij aan zowel de kas van de vereniging als de naamsbekendheid van Crescendo. Ook het tamboerkorps was een visitekaartje van de vereniging maar was financieel gezien een schip van bijleggen. In 1960 gaf het corps de geest. De tamboerstokken zijn de enige tastbare herinnering aan het ooit zo succesvolle tamboerorkest.
Tekst met dank aan Koos van Zijp
Foto gemaakt door het Purmerends Museum